in dhaka (arrival: 7u20) werden we nog maar eens geconfronteerd met de stugge administratie tov. buitenlanders,
– maar van dan af aan hebben we alleen nog maar wonderbaarlijk behulpzame bangladeshi's ontmoet.
té behulpzaam zijn kan!
in de luchthaven werden we opgewacht door twee locals vd universiteit, met wie we een warrige afspraak maakten, (wij? warrig?? come on.) waardoor we een kwartier alleen met onze bagage stonden te koekeloeren.
we gingen tactvol bij een van de honderden militairen op straat staan (die dragen bamboestokken als matrak!): het land herstelt van de vorige regering en ordehandhaving is er nu redelijk strikt. onderwijl kregen we wel 117 taxi-ritten aangeboden en troepten een hoop nieuwsgierigen samen (genre, bek open en gapen). enkel mannen in het straatbeeld. bij elke HOOT die passeerde keken evel en phebes gezichtje hoopvol naar de redding(?) maar neen! ALLE bengalen toeteren in ALLE voertuigen op ELK moment, meestal 4 keer toeteren en dat ongeveer 15 keer per minuut. in belgie mag toeteren enkel als er gevaar is. in bangladesh is er altijd gevaar. een britse kolonie zijnde, wordt er normaal gezien links gereden. men is daar redelijk flexibel in. als er geen tegenligger is rijden ze plat in het midden (woohooow vrijheid) of, liefst van al, rechts. gotjah en als de tegenligger op goed 2m afstand is, wijken ze wel ff uit naar links. die bengalen kennen de afmetingen van hun auto's als geen ander, dat we hier nog geen accidenten hebben gezien is echt abnormaal, rijstrookaanduidingen hebben ze hier niet, het is eigenlijk gewoon een hoopje verkeer bij mekaar en alle voertuigen staan ongeveer op 5 tot 10 cm van elkaar toeterend en elkaar de pas afsnijdend. riksja's, vrachtwagens, auto's, cng's (driewielers die op compressed natural gas rijden), en voetgangers: een grote hutsepot.dit even terzijde hebben Reja en Imtu (onze 2 opwachters) ons toch teruggevonden en veilig naar de resthouse van Khulna University in Dhaka-centre gebracht.
na een døgddønd tukkie op glooiende matrassen van wat, beton ofzo, neemt reza ons mee naar een erg fancy restaurant (chinees, voor onze trezebezemagen), waar we de shöne shoma ontmoeten, die ons trakteert (wat al die bengalen doen, tenzij je op subtiele wijze de taka's uit hun handen rukt, en de onze ondubbelzinnig in hun decolleté ramt.) reza en shoma gaan met ons "shoppen". wij zijn vanaf dan beide fiere dragers van sari-achtigen (kamise/fotua). ps: de broek is hi-larisch.
riksja's hebben natuurlijk geen licht en na een helse en übergevaarlijke rit komen we aan in het oude dhaka: absurde omgeving! enkel riksja's kunnen er binnen (die lijken gemaakt uit een collage van cola-, fanta-, spriteblikjes) ergens op een pleintje in het midden van al die chaos stappen we uit. meteen een vlaag van ALLE geuren die je niet bij mekaar wil ruiken bij mekaar...open goten, eten dat op straat wordt bereid in kleine hutjes allemaal naast elkaar, rauw vlees dat te koop ligt (en er echt niet smakelijk uitziet), bengalen die jah, naar bengaal ruiken en veel meerwe volgen reja doorheen die gezellige drukte en donkerte tot die plots een piepklein deurtje binnengaat, hij wil ons het huis van zijn grootouders tonen.
waw.
een échte junglepatio waarrond 3verdiepen omhoog kronkelden.oma en opa reza bieden ons hopen fruit aan, en niet eten is een belediging. mijn darmen sputteren na een uur al flink tegen. het regenseizoen maakt van onverharde wegen een bruinige prut, en het fruit dat daarin belandt wordt met een al even bruine vod plus brede glimlach afgeveegd.opa reza spreekt verbazend goed engels, een erfenis van het koloniale verleden.
No comments:
Post a Comment